vrijdag 26 oktober 2018

DVNTR

Afgesproken met mijn lief in de stad.
Ik besluit te gaan lopen.
Het miezert en ik stap stevig door.
Ik vind het stiekem wel lekker dit weer.
Manoeuvrerend tussen fietsers en coffeeshopbezoekers steek ik over.
Mijn straat.
Zo divers en zo vol leven.
Bij het viaduct kom ik hem tegen.
Bertus.
Iedereen kent hem.
De schreeuwende alcoholist met een enorme baard en wapperende manen.
Hij komt mij tegemoet lopen in zijn bodywarmer met blote bast.
Onze blikken kruisen en ik zeg : hey .
Hij schudt zijn lange , grijze haar en knipoogt naar mij.
Ik lach hardop.

Terwijl ik door de walstraat loop overvalt mij een gevoel van trots.
Deze stad doet iets met je.
Het zit in je bloed.
De Deventer toren het Bergkwartier.
De volkswijken en de tuterende Turken.
Het mopperen op de Polen en ze vervolgens inhuren om je schuurtje te bouwen.
De hipsters en importlui die onze arbeidersstad ineens hip maken met kunst , bier en bakfietsen.
De hangouderen in het centrum die roepen dat het vroggah beter was.
We zijn overal tegen behalve : as wie mekare mot help'n.
En natuurlijk onze Eus, wat mij betreft de ideale promoter van het Amsterdam van het oosten.
Hij roept vol trots dat hij uit Demtah komt.
Waar dat 15 jaar geleden voor hoongeluid zou zorgen , is het nu ineens hot.
Het zorgt ervoor dat ook ik kijk naar mijn stad door de ogen van de westerling.
En weet je?
Wie hep ut mooi met mekare.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten